
Jakarta werd ooit, onder Nederlands bewind, Batavia genoemd. Schipper en later dichter Jan de Marre schreef een gedicht over Batavia. In dit gedicht verhaald hij over hoe Batavia hem betoverd houdt, met haar prachtige Stadhuis en haar mooie architectuur, met haar prachtige kanalen en haar groene beplanting. Het gedicht gaat verder:
"De Tygersgracht, waar op Batavië mag roemen,
En zich om dit sieraad de pronk van 't Oosten noemen,
Werd van ons eerst beschouwt, daar zij, zo rijk bevrucht,
Een reeks Paleizen trots doet stijgen in de lucht,
En prijkt, ten einde toe, met schoone Bouwjuweelen,
Wier witte muuren en doorwrochte kapiteelen,
Verrijkt en opgesierd met lijstwerk en festoen,
Beschaduwd door een dreef van eeuwig lentegroen,
Den geest des vreemdelings verbaazen door dien luister."
En te zien aan de huidige staat van de stad is dat dus heel, héél lang geleden.